top of page
Muziekles - Dierenmuziek van Salvador Dali: derde graad, lesduur : 50 min
Doelen
9.1 Een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een
buitenmuzikaal gegeven.
-> de leerlingen kunnen aan de hand van een schilderij
een klankstuk ontwerpen.
2.1 De klankmogelijkheden van voorwerpen onderzoeken.
-> de leerlingen onderzoeken de verschillende klanken
van een voorwerp.
-> de leerlingen onderzoeken hoe je met één of meerdere
voorwerpen een klank kan toekennen aan een afbeelding.
.
Fase 1 : 5 min : Opwarming : stem ontdekken
De leerkracht vraagt aan de leerlingen om op hun
bureau, in hun boekentas, lessenaar,… 1 voorwerp te
nemen dat geluid maakt.
De leerlingen zitten in een kring en maken ieder een
geluid met een voorwerp dat ze genomen hebben.
Nadien wordt er besproken welke geluiden samenhoorden.
Dit worden dan groepjes die gaan samenzitten met hun zelfde
geluid.
Fase 2.1 10 min : experimenteren : verschillende geluiden ontdekken bij 1 voorwerp
-> de leerlingen onderzoeken de verschillende klanken van een voorwerp.
De leerlingen zitten nu in groepjes met eenzelfde/gelijkaardig geluid.
Ze krijgen als opdracht om elk van hen een ander soort geluid te zoeken met eenzelfde voorwerp. Met een pen kan dit bv. rustig klikken zijn, maar ook sneller klikken of in een ritme klikken.
Nadien wordt dit in groep getoond en wordt besproken wat het verschil is tussen de geluiden van eenzelfde voorwerp.
Fase 2.2 15 min : experimenteren : geluiden toekennen aan een schilderij
-> de leerlingen onderzoeken hoe je met één of meerdere voorwerpen een klank kan toekennen aan een afbeelding.
De leerkracht toont het schilderij van Dali : een seconde voor het ontwaken. Ze vraagt de groep welke dieren/voorwerpen/mensen er allemaal te zien zijn. Zo zijn dit tijgers, een vis, een olifant, een vrouw, een geweer, water, en eventueel dingen die anders kunnen geïnterpreteerd worden. Nadien wordt er besproken welke geluiden de opgesomde afbeeldingen kunnen maken adhv. de materialen die besproken zijn tijdens fase 2.1. De leerlingen kiezen dan welke materialen het best gebruikt zouden kunnen worden bij bv. de brul van een tijger. Als meerdere materialen voor verschillende afbeeldingen kunnen gebruikt worden mag dit ook.
Hier worden dan weer groepjes van gemaakt, waarbij elk groepje 1 afbeelding krijgt toegewezen en moet proberen om zo goed mogelijk het geluid na te bootsen met hun voorwerp. Ze mogen kiezen of ze dit ieder om beurt afspelen, of dat ze het geluid samen proberen na te doen.
De leerkracht laat iedereen nadien terug in de kring zitten. Elk groepje mag zijn geluid afspelen en dit wordt besproken binnen de groep. Zijn dit hoge geluiden of lage geluiden, zijn er nog geluiden die sterker moeten of beter zachter zouden zijn?
Fase 2.3 15 min: experimenteren: geluidendecor samenstellen
-> de leerlingen kunnen aan de hand van een schilderij een klankstuk ontwerpen
Nadat dit besproken werd wordt er bekeken welke geluiden wel wat op elkaar lijken (van verschillende groepjes) en welke heel erg verschillend zijn. Er wordt besproken wat er juist zo anders of net zo gelijk is. Nadien worden de groepjes die een heel contrasterend geluid hebben samengezet, en moeten ze proberen om een overgang te vinden tussen hun 2 figuren. Dit kan door bv. 1 geluid wat rustiger te laten klinken, waarop het andere geluid dan ook rustig begint en overneemt. Dit mogen ze dan uittesten in groepjes.
Hierna mogen ze terug in de kring en tonen ze hun overgang van beide afbeeldingen.
Er wordt besproken hoe de overgang gebeurd (zachter/luider, minder geluiden tegelijkertijd,…) en hoe dit ook nog anders zou kunnen.
Fase 3. 10 min: eindproduct: geluidendecor spelen adhv. een dirigent
Nadien toont de leerkracht het schilderij op haar smartbord en wijst een willekeurige afbeelding aan. Deze wordt dan door het betreffende groepje gespeeld.
Nadien wordt er een andere afbeelding gekozen, dit wordt dan door het andere groepje gespeeld. Zolang de afbeelding blijft aangewezen moet het groepje dit geluid blijven spelen. De leerkracht wijst steeds sneller en sneller een afbeelding aan. Zolang de afbeelding blijft aangewezen moet het geluid gespeeld worden. Indien dit maar heel kort wordt aangewezen moet het groepje ook maar heel kort spelen. Op die manier wordt er een muziekstuk ontworpen vanuit het schilderij. Nadien mag iemand anders dirigent spelen.
Fase 4. 5 min.: evaluatie/nabespreking
Wat vond je moeilijk aan deze opdracht?
Welke geluiden vielen meer op tijdens het geluidendecor?
Hoe zou dit komen?
Eventuele differentiatie : Je kan na fase 2.3 ook andere schilderijen aanbieden waarmee ze als eindproduct zelf aan de slag kunnen om een eindproduct te maken.








bottom of page